<h2 class='title'>Over de kaptoom</h2>Naast longeren kunt u ook de kaptoom gebruiken bij het rijden op dezelfde wijze als met een hoofdstel met een of twee teugels. Een kaptoom kan gecombineerd worden met een trensbit en werkt ook goed samen met een stangbit.
Met de kaptoom kunt u halt houden, buiging vragen en leiden en heeft het in principe dezelfde functies als een trens- of een bridongbit. Een paard onderzoekt dingen met de mond en neus, niet met de brug van de neus. Het kan dus moeilijk zijn om met het paard te communiceren via de kaptoom. Sommige paarden reageren echter beter met de kaptoom, anderen met een trens/bridongbit. Bij paarden met een "geruïneerd mond" bied de kaptoom een alternatieve methode om het paard contact met de ruiterhand laten opzoeken.
Een kaptoom heeft een neusgedeelte met een ketting, een vast ijzer of met helemaal geen vulling. Mijn voorkeur gaat uit naar een vast neusijzer omdat deze rustiger ligt op de rug van de neus en kan niet heen en weer bewegen over de neus van het paard. Hoewel en vast kaptoom iets naar links en rechts beweegt blijft hij altijd op de neus en werkt zo als het hoort.
De scherpte van de vaste kaptoom hangt van de volgende factoren af
• de breedte van het ijzer
• de vorm van het ijzer
• de dikte van eventuele padding
Hoe kleiner het contactoppervlak, des te scherper de kaptoom.
Het is makkelijker om een te scherpe kaptoom minder scherp te maken dan anders om.
De kaptoom moet 1-2 cm opgetild kunnen worden vanaf de neusrug. Het mag niet te strak zitten en hoef niet de vorm van de neusrug te volgen maar moet juist tegen de "hoeken" van de neusrug liggen. Er moet genoeg ruimte overblijven om een vinger in te kunnen steken aan beide zijden. De kaptoom moet laag zitten om het juiste effect te geven, net als een Hannoveraanse (lage) neusriem.
Een kaptoom met een platte neusijzer kan mitst nodig omgevormd voor en betere pasvorm, een hoefsmid kan dit makkelijk voor u doen.
Bij het rijden met kaptoom en een trensbit, kunt u het beste de kaptoom onder het bit plaatsen net als met een Hannoveraanse (lage) neusriem, om het klemrisico te minimaliseren.
De ringen op de kaptoom zitten verder weg dan de bevestigingspunten van een trens- of stangbit. Om deze reden is een extra lange teugel aan te bevelen bij het rijden met een kaptoom, vooral bij grotere paarden. Met een korte teugel kan het moeilijk zijn om te rijden met een kaptoom.
