Mijn trensbitten
Ik wil alleen trensbitten verkopen waarvan ik denk dat ze goed zijn. Daarom is mijn aanbod vrij beperkt.
Een Baucher-bit is vrij dun is en worden vaak gebruikt als bridong. Doordat men de bakstukken in de kleine bovenscharen bevestigd kan het bit niet ”naar voren vallen” in de mond maar blijft het rustig liggen ook met een lange teugel. Vele paarden vinden dit een prima bit, vooral paarden met en wat grovere tong.
En trensbit met knevels heeft de fijne eigenschap dat het niet rond glijd in de gevoelige paardenmond. Met dit trensbit werkt een leidende teugel ook in op wang van de tegeoverstelde zijde. Men krijgt als het ware het gehele hoofd in de hand, en daarbij het gehele paard. Dit is mijn favoriet in de categorie trensbitten.
Er wordt vaak gezegd dat een neusriem o.a. er voor zorgt dat het bit niet zijwaarts door de mond kan glijden. Ik ben van mening dat men beter een bit kan gebruiken dat niet door de mond kan glijden, dan is een neusriem in dit opzicht overbodig. Het trensbit met knevels is zo een bit.
Ik ben niet zeker of een enkel, of dubbel gebroken bit over het algemeen beter is. Ik ben van mening dat een enkel gebroken bit minder druk op den tong geeft omdat een dubbel gebroken bit een middelstuk heeft dat direct op de tong komt te liggen. Volgens deze redenering zouden de meeste paarden een voorkeur hebben aan een enkel gebroken bit maar dat is niet het geval en valt mijn theorie te betwisten.
Vergeet niet dat er maar weinig onderzoek is verricht naar de inwerking van het trensbit op de mond. Wat er verteld wordt is vaak gebaseerd op veronderstellingen. Ik kan het ook niet met zekerheid zeggen, het is onmogelijk om in het paardenmond te kijken als men de teugels gebruikt. En wanneer men de mond openmaak, dan veranderen de omstandigheden. In de Duitse tijdschrift Pegasus las ik een aantal jaar geleden een artikel over een onderzoek op dit onderwerp. Doormiddels van röntgenfoto´s van paardenmonden enerzijds ingespannen en anderzijds op een loopband kon men concluderen dat een trensbit nooit in het midden van de mond ligt en dat de geleiding (overbrenging) nooit zo ligt als man veronderstelde. De niet inwerkende deel van het bit bleek recht over de tong te liggen en de inwerkende deel in lijn met (parallel) met de teugels, dwz. de veronderstelde inwerking op de geheemelte is volgens dit onderzoek niet van toepassing.